
Echoscopie in Den Haag
Alle echo`s worden gemaakt in onze praktijk; de vitaliteits-, termijn-, 13 weken-, 20 weken-, groei- en liggingsecho’s. Mocht er een reden zijn om een extra echo te maken, bijvoorbeeld vanwege bloedverlies, dan proberen we hier zsm een afspraak bij ons voor te maken. Wij maken zowel inwendige als uitwendige echo’s. De echo’s worden zowel door TRIA-Verloskundigen gemaakt als door BovenMaas prenataal.
Informatie over echo's
Termijn echo
De termijn echo wordt in het begin van je zwangerschap gedaan om de zwangerschapsduur en de uitgerekende datum te bepalen. De baby wordt gemeten van hoofd tot stuit. Deze meting is het betrouwbaarst tussen de 10 en 12 weken. Naast het bepalen van de termijn en de uitgerekende datum wordt er ook gekeken of het hartje klopt en of er sprake is van een één of meerlingzwangerschap, of de zwangerschap in de baarmoeder ontwikkeld en of er bijzonderheden aan het kindje te zien zijn.
Wij kijken bij je eerste bezoek in de zwangerschap met de echo om te kijken of we een goede zwangerschap zien. De tweede echo wordt tussen de 10 en 12 weken gemaakt om het kindje te meten en zo je uitgerekende datum te bepalen.
Soms wordt er op de echo gezien dat er iets niet helemaal in orde is. Bijvoorbeeld bij een miskraam of een afwijking aan de baby. De verloskundige zal dit met je bespreken. Mocht het zo zijn dat je niet van bijzondere bevindingen op de hoogte gesteld wilt worden dan verzoeken wij je om dit voor het onderzoek kenbaar te maken.
13 wekenecho
U kunt de 13 wekenecho laten doen van 12+3 tot en met 14+3 weken zwangerschap. Dus vanaf twaalf weken en drie dagen tot en met veertien weken en drie dagen. Bij de 13 wekenecho bekijkt een echoscopist of het kind lichamelijke afwijkingen heeft.
Sommige (ernstige) afwijkingen zijn op deze termijn te zien. Als er vervolgonderzoek nodig is, heeft u tijd om te bepalen wat u met de uitslag doet. De echoscopist kijkt niet of het kind een jongen of een meisje is.
Zie verder de folder: De 13 wekenecho en de 20 wekenecho.
20 wekenecho
Bij de 20 wekenecho wordt uitgebreid gekeken naar de ontwikkeling van de organen van de baby. Zo wordt er gekeken naar de eventuele aanwezigheid van een open ruggetje of een open schedeltje. Ook wordt gekeken of de baby goed groeit en of er voldoende vruchtwater is.
De 20 wekenecho is een redelijk betrouwbare methode om ernstige aangeboren afwijkingen te ontdekken. Kies je ervoor om deze echo te laten doen, houdt er dan rekening mee dat ook andere afwijkingen kunnen worden gezien. De echo brengt geen risico’s met zich mee.
Een afwijkende uitslag
Als bij de 20 wekenecho iets afwijkends wordt gezien, zijn de gevolgen voor het kind niet altijd duidelijk. Meestal wordt vervolgonderzoek aangeboden. Tijdens een gesprek met de echoscopist, verloskundige, huisarts of gynaecoloog word je uitgebreid voorgelicht over het vervolgonderzoek. Voor vragen of ondersteuning kun je ook bij hen terecht. Bij elk onderzoek bepaal je zelf of je dit wilt.
Vervolgonderzoek bij afwijkende uitslag
Het vervolgonderzoek bestaat uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek oftewel een Geavanceerd echoscopisch onderzoek (GUO) door een gynaecoloog, en soms een vruchtwaterpunctie of bloedonderzoek in een gespecialiseerd ziekenhuis. Je kind wordt daar nader onderzocht. Soms krijg je ook een vruchtwaterpunctie of bloedonderzoek aangeboden. Bij een vruchtwaterpunctie is er een kleine kans op een miskraam.
Vervolgonderzoek, en dan?
Als uit vervolgonderzoek blijkt dat je baby een aandoening heeft, krijg je altijd een gesprek met één of meerdere artsen. Je kunt voor de moeilijke keuze komen te staan of je de zwangerschap wilt uitdragen of voortijdig wilt beëindigen. Niet alle aandoeningen worden voor de geboorte ontdekt. Als uit prenatale screening blijkt dat de kans klein is dat je kind Downsyndroom of een lichamelijke afwijking heeft, kan het toch deze aandoening hebben. Ook kan het een andere aandoening hebben, die niet wordt ontdekt. De vraag of je kind volledig gezond is, kan nooit met zekerheid worden beantwoord.
Veel gestelde vragen
Placenta lokalisatie
Als bij de 20 wekenecho blijkt dat de placenta laag in de baarmoeder is aangelegd dan zal de echoscopist het advies geven om rond de 32 weken nogmaals de ligging van de placenta vast te stellen.
Groeiecho
Wanneer een groeicontrole wordt verricht, worden het hoofdje, de buikomvang en de beenlengte gemeten. Op die manier wordt duidelijk of het kindje volgens verwachting groeit. De groeicontrole kan op verzoek van de verloskundige meerdere keren herhaald worden, zodat er een goed beeld van de groei van het kindje ontstaat: een groeicurve. Tevens wordt de hoeveelheid vruchtwater bepaald. Een echo groeicontrole kan plaatsvinden tussen 22 en 40 weken.
Liggingsecho
Als rond de 35 weken zwangerschap het vermoeden bestaat dat de baby niet met het hoofdje naar beneden ligt, wordt een liggingsecho gemaakt.