Borstvoeding is goed voor baby’s. Moedermelk is belangrijk voor de groei en ontwikkeling van kinderen en beschermt tegen ziekten. Je baby profiteert het meest als het ten minste 6 maanden borstvoeding krijgt, maar elke week telt. Daarna is ook bijvoeding nodig voor de verdere groei en ontwikkeling.

Breng al direct na de geboorte de borstvoeding goed op gang:

•Zorg voor huid-op-huid contact tussen jou en je kind. Dit stimuleert bij jou als moeder hormonen die nodig zijn voor de melkproductie, en zo blijft je baby lekker warm;

•Leg je kind aan de borst, zodra het gaat zoeken en happen. Meestal is dit binnen 1 of 2 uur na de geboorte;

•Voed zo vaak als je kind dat wil. De eerste dagen zal de baby 10 tot 12 keer om de borst vragen. Na de eerste week zal de baby ongeveer 7 tot 8 keer per dag gevoed willen worden, maar meer kan ook als je kind daar behoefte aan heeft;

•Leer de signalen van je kind herkennen door veel tijd met elkaar door te brengen, zet het wiegje bij je bed.

Aanleggen
Alleen als je baby goed is aangelegd, kan hij de borst goed leegdrinken en krijgt je baby voldoende melk binnen. Ook voorkom je daarmee problemen zoals pijnlijke tepels en verstopte melkkanaaltjes of een borstontsteking. Zorg ervoor dat je ontspannen zit en ongestoord de borst kan geven, hierdoor zal de baby beter kunnen drinken.

10 aandachtspunten bij het aanleggen:
1. Ga ontspannen zitten en zorg voor voldoende ruggensteun;

2. Breng de baby op goede hoogte en kijk na het aanleggen of je ergens een kussentje nodig hebt om je arm te ondersteunen;

3. Leg je baby met zijn buikje tegen jouw buik. Het lijfje en hoofdje in één rechte lijn;

4. Stimuleer de bovenlip met de tepel totdat het mondje wijd open gaat. Breng je kind dan naar de borst, zodat het kan toehappen;

5. Leg de baby met zijn neusje bij de tepel. De baby zal zijn hoofdje oprichten om de tepel te zoeken en goed te kunnen pakken. Na het aanleggen ligt het hoofdje achterover, het neusje ligt vrij en het kinnetje drukt zachtjes in de borst. Soms lijkt het alsof de baby geen adem kan halen. Druk dan de billen dichter tegen je aan: het hoofdje zal verder achterover buigen, zodat het neusje vrijkomt van de borst;

6. Na het toehappen is de onderlip naar buiten gekruld. De wangetjes zijn bol, en er zijn geen smakgeluidjes;

7. Je kind zal in het begin korte snelle zuigbewegingen maken en daarna flinke teugen met af en toe een rustpauze. Je hoort de baby slikken;

8. De baby laat de borst vanzelf los. Houd de baby goed rechtop voor een eventuele boer en biedt daarna de andere borst aan. Zeker in het begin willen sommige baby’s na de tweede borst nog meer drinken. Bied dan weer de eerste en eventueel tweede borst aan;

9. Kijk na de voeding of je tepel mooi rond is of afgeplat: een platte tepel raakt beschadigd. Om dit te voorkomen moet de baby zijn mondje wijder open doen, zodat de tepel met een deel van de tepelhof goed in het mondje terecht komt;

10. Haal de baby van de borst en onderneem een nieuwe poging als het voeden pijn doet. Het eerste aanzuigen kan gevoelig zijn. Je moet tenslotte aan het zuigen wennen. Na ongeveer 2 weken is dit over. Borstvoeding geven hoort geen pijn te doen. Pijn wordt bijna altijd veroorzaakt doordat de baby niet goed is aangelegd. Schakel direct hulp in als de pijn blijft, bijvoorbeeld van een lactatiekundige.

Melkproductie
Het beste is je baby te voeden wanneer hij daarom vraagt: de baby regelt daarmee zelf de melkproductie. Hoe meer melk je baby drinkt, hoe meer melk jij produceert. Kinderen die alleen borstvoeding krijgen, regelen dus zelf dat ze voldoende melk krijgen. Hoe vaker de baby aan de borst drinkt, hoe meer melk er aangemaakt wordt.

De baby drinkt vaak niet keurig om de 2 of 3 uur aan de borst. Zeker de eerste dagen zal de baby “clusteren”: een paar uur lang en frequent aan de borst willen zuigen en daarna lang willen slapen. Later doet de baby dat vaak in de late middag en vroege avonduren: veel en vaak aan de borst, zodat het ’s nachts een langere slaapperiode kan overbruggen.

Veel moeders stoppen met het geven van borstvoeding, omdat ze denken dat ze niet genoeg melk produceren. Vaak is er geen reden tot bezorgdheid. Het is niet te controleren hoeveel moedermelk een kind binnenkrijgt tijdens het drinken. Het gevoel van volle borsten voor de voeding en soepele borsten na de voeding verdwijnt na een paar weken. Dat is normaal. Als je baby goed groeit, voldoende plast en levendig is, krijgt het genoeg.

Moedermelk is altijd van goede kwaliteit, ook als het er waterig uitziet. Zelfs wanneer je moe of ziek bent, heeft borstvoeding de juiste samenstelling. Het bevat dan juist antistoffen tegen de bacteriën waar jij ziek van bent geworden. Hoe moedermelk eruit ziet, hangt af van de leeftijd van de baby en het moment van de dag. Het ziet er soms waterig uit, met een groene of blauwe zweem erover, of juist wit en romig.

Als je kind de eerste weken ongeveer 6 natte luiers en 2 tot 5 poepluiers heeft per 24 uur, dan gaat het goed. Na 6 weken gaat de baby meestal minder poepen, soms nog maar 1 keer per 2 weken. Dit is normaal: de darmen zijn in staat om alle moedermelk te verteren, er blijven weinig of geen afvalstoffen over.

Je baby valt na de geboorte af en komt door borstvoeding snel weer aan. Na ongeveer 2 weken is de baby weer terug op zijn geboortegewicht. Daarna groeit de baby gemiddeld 120 gram per week. Het eerste half jaar groeit de baby het snelst.

De baby heeft rond de 10 dagen, 6 weken en 3 maanden na de geboorte vaak ”regeldagen”: dit zijn dagen waarop de baby onrustig is en vaker aan de borst wil drinken. Omdat je baby groeit, heeft het behoefte aan steeds meer voeding. Tijdens regeldagen zorgt hij ervoor dat hij die voeding ook krijgt door extra vaak te willen drinken. Neem de tijd om weer op elkaar afgestemd te raken. Leg je kind vaak aan en houd het dicht bij je. Ga bijvoorbeeld samen in bad of leg je blote baby op je blote huid. Na 2 dagen heeft je baby een nieuw ritme gevonden en zal de rust terugkeren.

Afbouwen
Borstvoeding is in de eerste 6 maanden de belangrijkste voeding van je baby. Vanaf 6 maanden begin je met de eerste hapjes aan de baby te geven. Geleidelijk aan wordt de borstvoeding onderdeel van een steeds gevarieerdere voeding.

Als je al voor 6 maanden wilt stoppen met borstvoeding, moet je dit weten:

•Bouw borstvoeding geleidelijk af. Zo voorkom je een borstontsteking en andere klachten

•Vervang gedurende 5 tot 7 dagen ongeveer één borstvoeding per dag door flesvoeding. Het kind drinkt dan minder vaak en de melkproductie neemt af.

•Als je gaat afbouwen, ga dan ook geleidelijk minder eten. Zo voorkom je dat je zwaarder wordt. Kijk bij de aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen voor vrouwen die geen borstvoeding geven.

Extra vitamines bij borstvoeding
•Geef je baby vanaf dag 8 tot 3 maanden na de geboorte dagelijks 150 microgram vitamine K. Vitamine K is van belang voor een goede bloedstolling. Wanneer je borstvoeding combineert met flesvoeding en je kind krijgt per dag meer dan 500 milliliter flesvoeding, dan is extra vitamine K niet meer nodig.

•Geef je baby vanaf dag 8 tot minimaal de leeftijd van 4 jaar dagelijks 10 microgram vitamine D. Vitamine D is goed voor de botten en tanden.

•Slik zelf dagelijks 10 microgram vitamine D zolang je borstvoeding geeft.